Zo’n driekwart van de mensen in de rijkste landen ter wereld is van mening dat de mensheid de planeet richting een gevaarlijk kantelpunt duwt. Ze steunen een verschuiving van prioriteiten weg van economische winst. Dat blijkt uit een wereldwijde enquête. Ze willen dat de klimaatmaatregelen en natuurbescherming voorrang krijgen op banen en winst.
bron: The Guardian, 16 augustus 2021
Uit de Ipsos Mori-enquête voor de Global Commons Alliance (GCA) blijkt ook dat een meerderheid (58%) zeer bezorgd of uitermate bezorgd is over de toestand van de planeet. Vier op de vijf respondenten zeiden dat ze bereid waren om meer te doen om de gemeenschappelijke natuurlijke rijkdommen wereldwijd (‘global commons’) te regenereren.
De hoofdauteur van het rapport, Owen Gaffney van de GCA, stelt dat de resultaten een sterke wereldwijde steun aantonen voor urgente, daadkrachtige maatregelen tegen de klimaatcatastrofe en de natuurcrisis. “De wereld is niet slaapwandelend op weg naar een ramp. De mensen weten dat we kolossale risico’s nemen, ze willen meer doen, en ze willen dat hun regeringen meer doen,” aldus Gaffney. “De bevindingen moeten de leiders van de G20 het vertrouwen geven om sneller ambitieuzere beleidsmaatregelen te nemen om ons mondiale gemeenschappelijke erfgoed te beschermen en te regenereren.”
Deze momentopname van de wereldwijde publieke opinie werd gemaakt in april en mei, vóór de recordzomer van hittegolven, overstromingen en branden op het noordelijk halfrond, en maanden voordat in het rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change werd gewaarschuwd voor een ‘onvermijdelijke en onomkeerbare’ klimaatverandering als gevolg van menselijke activiteiten.
In de G20-landen was 73% van de mensen van mening dat de Aarde door menselijke activiteiten dicht bij een kantelpunt is gekomen. In de minder welvarende landen – Indonesië (86%), Turkije (85%), Brazilië (83%), Mexico (78%) en Zuid-Afrika (76%) – was men zich duidelijk meer bewust van deze risico’s dan in de rijkste landen – de Verenigde Staten (60%), Japan (63%), Groot-Brittannië (65%) en Australië (66%). In het algemeen is meer dan de helft (59%) van de ondervraagden van mening dat de natuur al te erg is aangetast om op lange termijn in de menselijke behoeften te kunnen blijven voorzien.
De mensen beginnen te voelen dat de natuur terugslaat, schrijft de Keniaanse milieudeskundige Elizabeth Wathuti in een voorwoord bij het rapport. “Mensen met macht lijken te vinden dat het in orde is om oude bomen te vellen of natuurlijke ecosystemen te vernietigen voor gebouwen of wegen, of om olie op te diepen, zolang ze daarna maar nieuwe bomen planten. Maar deze aanpak werkt niet. De bevindingen in dit rapport tonen aan dat veel mensen dergelijke economische idioterie niet langer steunen.”
De Global Commons-enquête komt in de aanloop naar een reeks internationale bijeenkomsten over de nijpende toestand van de planetaire levensondersteunende systemen: de COP26-klimaattop in Glasgow, de COP15-conferentie over biodiversiteit in Kunming, en volgend jaar de ‘Stockholm+50’-topbijeenkomst ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de eerste VN-conferentie over het menselijk leefmilieu.
Zoals het grootste deel van de afgelopen halve eeuw het geval is geweest, zullen maatregelen om de ecosystemen op Aarde te versterken, waarschijnlijk op weerstand stuiten van gevestigde politieke en economische belangen. Uit de enquête blijkt echter dat er bij het grote publiek in de wereld veel steun bestaat om deze hinderpalen te overwinnen.