Een studie van boomringen die teruggaan tot het Romeinse rijk concludeert dat het weer sinds 2014 uitzonderlijk is geweest. De reeks ernstige droogtes en hittegolven in Europa sinds 2014 is de meest extreme in meer dan 2.000 jaar, zo suggereert het onderzoek.
bron: The Guardian, 15 maart 2021
In de studie, die werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature Geoscience, zijn boomringen geanalyseerd die teruggaan tot het Romeinse Rijk om het langste overzicht tot nu toe te maken. Volgens de wetenschappers is de opwarming van de aarde de meest waarschijnlijke oorzaak van de recente toename van extreme hitte.
Verwoestende gevolgen
Volgens de onderzoekers hebben de hittegolven verwoestende gevolgen gehad: ze hebben geleid tot duizenden vroegtijdige sterfgevallen, mislukte oogsten en ernstige bosbranden. Door het lage peil van de rivieren kwam een deel van het scheepvaartverkeer stil te liggen en kwam de koeling van kerncentrales in de problemen. Voor de toekomst voorspellen klimaatwetenschappers nog extremere en frequentere hittegolven en droogtes.
Uit de studie blijkt ook dat het zomerklimaat in Midden-Europa de afgelopen twee millennia, vóór de recente stijging, geleidelijk droger is geworden. De wetenschappers sluiten vulkanische activiteit en zonnecycli als oorzaken van deze langetermijntrend uit en denken dat subtiele veranderingen in de baan van de aarde de oorzaak zijn.
Uitzonderlijk
Volgens prof. Ulf Büntgen van de Universiteit van Cambridge, die het onderzoek leidde, zijn we ons allemaal bewust van de reeks uitzonderlijk hete en droge zomers die we de afgelopen jaren hebben gehad. De onderzoeksresultaten onderstrepen dat deze periode inderdaad uitzonderlijk was. De reeks is ongekend voor de afgelopen 2.000 jaar, aldus Büntgen. De beschikbare gegevens eindigen in 2018, maar ook 2019 en 2020 kenden zeer warme Europese zomers.
De wetenschappers stellen dat veranderingen in de positie van de straalstroom en de circulatie van lucht over het continent de droogte hebben veroorzaakt. Hoogstwaarschijnlijk is dat het gevolg klimaatverandering. Volgens Büntgen houdt klimaatverandering in dat extreme omstandigheden vaker zullen voorkomen. Dat zou desastreuze effecten kunnen hebben zijn voor de landbouw, voor ecosystemen en voor samenlevingen in hun geheel.
Groeiringen
De onderzoekers analyseerden 27.000 groeiringen van 147 eikenbomen. Voor de laatste honderd jaar werden levende eiken gebruikt, en voor langer geleden het hout van oude gebouwen zoals kerken. Voor de middeleeuwen gebruikten de onderzoekers bijvoorbeeld eikenhout dat bewaard was gebleven in rivierafzettingen of grindbeddingen, en voor de Romeinse periode gebruikten ze overblijfselen zoals hout dat gebruikt was om waterputten te bouwen.
Eerdere klimaatreconstructies op basis van boomringen maakten gebruik van de breedte en de dichtheid van het hout om de temperatuur te bepalen. Het door Büntgen geleide onderzoek maakte gebruik van metingen van koolstof- en zuurstofisotopen om aan te tonen hoeveel water voor de bomen beschikbaar was. Zodoende konden periodes van droogte worden bepaald. Hieruit bleek dat de hoge frequentie van recente Europese droogtes ongekend was, zelfs in vergelijking met ernstige historische droogtes zoals de droogte tijdens de Renaissance in het begin van de 16e eeuw.
De houtmonsters waren afkomstig uit de Tsjechische Republiek en Beieren in Duitsland, en zijn representatief voor de klimaatomstandigheden in heel Midden-Europa. Hoge temperaturen waren de belangrijkste oorzaak van de recente droogtes, die zich in heel Europa hebben voorgedaan. Daarnaast leidt klimaatverandering ook tot veel nattere winters.