De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zal de komende twee jaar waarschijnlijk tot recordhoogte stijgen als overheden er niet in slagen beter uit de coronacrisis te komen. Daarvoor waarschuwt het Internationaal Energieagentschap. Het stelt ook dat er meer moet worden gedaan om ontwikkelingslanden te helpen van fossiele brandstoffen af te komen.
bron: The Guardian, 20 juli 2021
Na een daling vorig jaar zullen emissies dit jaar en volgend jaar naar verwachting opnieuw stijgen (IEA, 2021), en het lijkt erop dat 2023 op weg is naar de hoogste niveaus van CO2-uitstoot in de geschiedenis van de mensheid. Het record dat in 2018 is gevestigd, zal daarmee worden geëvenaard of zelfs overtroffen. Dat blijkt uit prognoses die deze week door het Internationaal Energieagentschap zijn vrijgegeven.
Een dergelijke stijging zou de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs vrijwel buiten bereik brengen. Wetenschappers hebben immers gewaarschuwd dat de emissies dit decennium moeten worden gehalveerd als de wereld de wereldwijde temperatuurstijging wil beperken tot 1,5 °C. Bij een nog sterkere opwarming zullen de gevolgen van de klimaatinstorting grote delen van de wereld verwoesten.
De reden voor de sterke stijging van de uitstoot is dat overheden hebben nagelaten in duurzame energie te investeren bij hun pogingen hun economieën te herstellen van de coronapandemie.
Fatih Birol, uitvoerend directeur van het IEA en een van ’s werelds meest vooraanstaande energie-economen: “Van de meer dan 16 biljoen dollar die wordt besteed aan het herstel van Covid-19, gaat slechts 2% naar investeringen in schone energie. Dat is bij lange na niet genoeg. Wat we gaan zien, is dat emissies in 2023 een recordhoogte zullen bereiken. Dit is uitermate verontrustend.”
Belangrijk voor de voorspelde emissiestijging is het patroon van pandemisch herstel in opkomende economieën. Grote rijke economieën zoals de VS, de EU-lidstaten, Japan en Zuid-Korea hebben geïnvesteerd in hernieuwbare energie en zijn goed op weg om hun uitstoot te verminderen. Maar landen als India, Indonesië, Latijns-Amerikaanse landen en andere opkomende economieën raken achterop met investeringen in schone energie.
Ongeveer 90% van de voorspelde groei van de uitstoot zal uit de ontwikkelingslanden komen. Het is dus van mondiaal belang om deze landen te helpen investeren in groene energie, aldus Birol: “Het meest kritieke breekpunt in pogingen om de klimaatcrisis aan te pakken, is ervoor te zorgen dat wordt geïnvesteerd in schone energie in opkomende landen.”
Volgens Birol hebben ontwikkelingslanden financiële hulp nodig hebben om de sprong te maken. “Op wereldschaal is er geen gebrek aan kapitaal dat beschikbaar is voor investeringen in ‘groene’ energie, maar dat kapitaal kijkt niet naar zulke projecten in opkomende economieën,” aldus Birol. “Er is een perceptie dat het risico daar hoger is.”
Hij roept instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds op om meer te doen om geldstromen richting schone energieprojecten te verleggen. In de meeste delen van de wereld zijn zonne- en windenergie nu goedkoper dan fossiele brandstoffen. Ook leveren investeringen in energie-efficiëntie een hoog rendement op, en wordt de technologie voor elektrische voertuigen steeds betaalbaarder.
Rijke landen moeten zich ook aan hun beloften houden om ervoor te zorgen dat ten minste 100 miljard dollar per jaar aan klimaatfinanciering naar ontwikkelingslanden vloeit, om hen te helpen hun emissies te verminderen en de gevolgen van extreme weersomstandigheden op te vangen, aldus Birol. De toezegging van 100 miljard dollar per jaar is een ernstig knelpunt in de aanloop naar de COP26-besprekingen die in november in Glasgow zullen worden gehouden.
[…]
